Die Hansestadt Lübeck[2]
(niederdeutsch: Lübęk,
Lübeek; Adjektiv: lübsch, lübisch, seit
spätestens dem 19. Jahrhundert auch lübeckisch) ist
eine kreisfreie Großstadt im Norden
Deutschlands und im Südosten Schleswig-Holsteins an der Ostsee
(Lübecker Bucht). Mit ihren
214.420 Einwohnern ist Lübeck nach der Landeshauptstadt
Kiel
die Stadt mit den meisten Einwohnern und somit eines der vier
Oberzentren des Landes. Flächenmäßig ist sie die
größte Stadt in Schleswig-Holstein. Die mittelalterliche Lübecker Altstadt ist seit 1987 Teil des
UNESCO-Welterbes.
Die nächstgelegenen großen Städte sind Hamburg
etwa 65 Kilometer südwestlich, Kiel etwa
78 Kilometer nordwestlich und Schwerin etwa 68 Kilometer südöstlich. Lübeck
gehört seit April 2012 der Europäischen Metropolregion Hamburg an. Die
Hansestadt wird auch „Stadt der Sieben Türme“ und
„Tor zum Norden“ genannt.
Lübeck
Écouter est une
ville hanséatique d'Allemagne du Nord, dans le Land de Schleswig-Holstein. Avec une population de
212 000 habitants, c'est la deuxième ville du
Schleswig-Holstein, après Kiel, la
capitale du Land. Son code de plaque d'immatriculation est HL. Ce
port de la mer Baltique est également surnommé
« la reine de la Hanse » : c'était en effet la capitale
de la Ligue hanséatique.
La ville fait partie de la liste du patrimoine mondial de
l'UNESCO,
notamment pour son architecture de briques rouges.
De Hanzestad Lübeck (oorspronkelijke
uitspraak Lubeek, thans meer en meer Lubek) is
een kreisfreie Stadt aan de monding van de
Trave in de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein, met 212.958
inwoners.[2]
De historische binnenstad met haar talloze monumenten is een
grote toeristische trekpleister. Het voornaamste
kerkelijke gebouw is de Marienkirche, hoogtepunt van de
zogenaamde baksteengotiek. De vestingstad bezit nog twee van de drie stadspoorten (de Holstentor en de Burgtor) en resten van
de stadsmuur.
A
postcard or
post card is a
rectangular piece of thick paper or thin
cardboard intended for writing and mailing without
an
envelope. Shapes other than rectangular may also be
used. There are novelty exceptions, such as
wood postcards, made of thin wood, and copper
postcards sold in the
Copper Country of the U.S. state of
Michigan, and
coconut
"postcards" from tropical islands.
In some places, one can send a postcard for a lower fee than for
a letter. Stamp collectors distinguish between
postcards (which require a stamp) and postal cards (which have the postage pre-printed
on them). While a postcard is usually printed by a private company,
individual or organization, a postal card is issued by the relevant
postal authority.
The world´s oldest postcard was sent in 1840 to the writer
Theodore Hook from Fulham in London, England.
The study and collecting of postcards is termed deltiology.
La carte postale est un moyen de correspondance écrite qui se présente sous la
forme d´un morceau de papier
cartonné rectangulaire, de dimensions variables (le format
le plus courant est le format A6, soit
10,5 × 14,8 cm), envoyé
sans enveloppe, l´adresse et l´affranchissement y
étant porté directement, aux côtés du message.
Een ansichtkaart (ook ansicht of
prentbriefkaart) is een kaart met op de ene zijde
een afbeelding. In de eerste tijd, eind
negentiende eeuw, noemde men het ook wel
aanzichtkaart. Het woord is ook een verkorting van het
Duitse Ansichts(post)karte.
Veel ansichtkaarten worden verstuurd tijdens de vakantie. Men wil de thuisblijvers laten zien hoe
mooi de plek is waar men naar toe is gegaan. De kaarten worden ook
als groet of wens (bijvoorbeeld als kerstgroet of nieuwjaarswens)
gestuurd.
De ontwikkeling van de ansichtkaart begint in de loop van de
jaren tachtig van de 19e eeuw, toen de postwet in
zowel Oostenrijk als Duitsland zo werd aangepast dat het monopolie
op het uitgeven van postkaarten kwam te vervallen. In de loop van
de jaren negentig van de 19e eeuw begon de de
prentbriefkaart vooral in Duitsland aan een grote opmars, omdat ze
veel werden verzameld. Bij de oorspronkelijke ansichtkaarten was de
hele achterkant gereserveerd voor de adressering. Men noemt deze
kaarten voorlopers. Tot 1905 mocht in
Nederland de achterkant van een prentbriefkaart alleen gebruikt
worden om naam, adres en woonplaats op te schrijven. Het verzonden
bericht bestond dus uit weinig meer dan de afbeelding, want het was
niet toegestaan om iets op de voorkant te schrijven. Dit had te
maken met de lage frankeerwaarde. Het verzenden van kaarten met een
bericht was veel duurder.
Kort hierna begonnen andere landen met het introduceren van een
gedeelde achterkant. Bij deze kaarten is de achterzijde in tweeën
gedeeld: de rechterhalf is bestemd voor het adres, dat op
voorgedrukte lijntjes kan worden geschreven, en links is ruimte
voor een bericht. Zo kon de zegetocht van de ansichtkaart als
communicatiemiddel beginnen. De voorzijde werd nu exclusief bestemd
voor het beeld.